In het voorjaar van 200l deed de heer P. Snoeren uit Sprang-Capelle tijdens
rioleringswerkzaam heden in de Grotestraat te Heesbeen (gemeente Heusden)
met zijn metaaldetector een bijzondere vondst: een intact laat-middeleeuws
bronzen zegelstempel (Archis-waamemingsnummer: 50356).
Het zegelstempel is ovaal (amandelvormig) van vorm.
Het is 4,5 cm hoog en 2,5 cm breed en toont een negatieve reliélafbeelding
van een zegenende Christus.
Deze Christusfiguur is herkenbaar aan de attributen waarmee hij is afgebeeld:
de lendendoek, de borstwond, het aureool en de naar zijn kruisdood verwijzende
staf.
In tegenstelling tot het meestgangbare gothische Christus-type, dat van de
staande Beau Dieu, wordt deze Christus getoond in eenzittende houding
(de houding van een rechter bij het Wereldgericht ?), en incorporeert hij
het subtype ostentatio vulnerum, "het tonen der wonden" (Kirschbaum
sj (1968), 414-415).
Hij is gezeten op een troon met een baldakijn.
Het baldakijn of bovenwerk van deze troon is sterk gelijkend op het dak van
een kerk met een transept, vieringtoren en twee torens.
Binnen een duidelijke dubbele parelrand bevindt zich een randschrift in romaanse
letters.
Dit randschrift - op het zegelstempel spiegelbeeldig - luidt: "OSANNA
FILI DAVID" ("OSANNA F' op het stempel links, en op de zegelafdruk
rechts, "ILI DAVID" op het stempel rechts, en op de zegelafdruk links).
Dit is een tekstfragment uit de Biblia Vulgata (de Vulgaat-bijbel), uit het
Nieuwe Testament, het evangelie van Mattheus, Hoofdstuk 21, Vers 9 (Universitatsbibliothek
Freiburg im Breisgau, (1998)): "Turbae autem quae praecedebant et
quae sequebantur clamabant dicentes OSANNA FILIO DAVID benedictus quiventurus
est in nomine Domini osanna in altissimis'".
Vertaald naar het Nederlands leest de bovenstaande passage als volgt:
"En de menigten die vooropgingen en die volgden riepen zeggend: HOSANNA
DE ZOON VAN DA VID: (Gezegend is hij die komme in naam van de Heer, Hosanna
in de hoge".
Bovenaan de achterkant van het zegelstempel bevindt zich een verticaal oogje
om het stempel aan een ketting of een koord te bevestigen.
Het voorkomen van ophangoogjes hoog op de achterzijde vanzegelstempels geeft
aan deze stempels een vroege - dat wil zeggen einde l3e eeuwse/begin 14eeeuwse-
datering (Janssen (2003))
De aanwezigheid van een - in dit geval nieuw-testamentische - bijbeltekst
op een religieus zegel is overigens zeer ongebruikelijk.
Opmerkelijk is tevens de afwezigheid op hel zegelstempel van een voor kloosterzegels
gangbare tekstformule als "S(IGILLUM) ABB(AT)IS...', "S(IGILLUM)PRIORIUS"
of "S(IGILLUM) CONVENTIUS".
Het in Heesbeen gevonden zegelstempel toont zowel qua techniek als qua vorm
en het gebruikte lettertype grote stylistische verwantschap met het in de
opgraving van het Minderbroedersklooster in's-Hertogenbosch gevonden zegelslempel
van de gardiaan (overste) van dat klooster (Janssen (2001), 57-60).
Beide zegels hebben een randschrift in een identiek romaans lettertype, een
dubbele parellijst, de vorm van een amandel en het ophangoog op de achterzijde
op bijna dezelfde positie.
Op basis vandeze parallel heeft Janssen dit zegel een vergelijkbare datering
gegeven.
Het zegelstempel is een losse vondst.
Er zijn door Snoeren geen andere vondsten in de nabijheidgedaan die enige
nadere abbatiale of monastieke context suggereren.
Identificatie van het zegel als een bisschoppelijk zegel is niet erg waarschijnlijk,
gezien de afwezigheid op de afbeelding van het zegel van bisschoppelijke attributen
zoals een mijter en/of een bisschopsstaf en het ontbreken in het randschrift
van een naar een bisschop verwijzende tekstformule.
Gezien het feit dat het zegelstempel niet moedwillig door mensenhanden is
beschadigd door het te bekrassen of anderszins te 'verminken' of vernietigd
(door het in stukken te breken en/of om te smelten), hetgeen doorgaans na
het overlijden van de zegelbewaarder (de gardiaan of de abt) geschiedde, kan
verondersteld worden dat we hier te maken hebben met een geval van zegelverlies.
Het wegtracé waar het stempel is gevonden maakt mogelijk deel uit van
een oude, reeds in de Iate Middeleeuwen bestaande verbindingsweg.
G. Scheijvens