Archeo-Altena

Kan: aspot of bergplaats

Vondst H&A0500009. Kan: aspot of bergplaats?
'In situ' vondst onder haardplaats tijdens verbouwing. In scherven.
Hoge Maasdijk, Andel, privebezit. Eind 17e of 18e eeuw.

Dat er onder de bewoners van de streek leuke archeologische vondsten aanwezig zijn bleek weer eens bij een bezoek aan de heer en mevrouw van Rees, eigenaren van een boerderij aan de voet van de Hoge Maasdijk in Andel.
Tijdens sloop en herbouw werd onder de haardplaats een gebroken pot aangetroffen.
De heer van Rees heeft zich veel moeite getroost om de pot netjes te restaureren en het resultaat is de moeite waard.

Opvallend was de aanzet van een afgebroken knop of steel. Als het een afgebroken oor geweest was zouden er twee breukvlakken op de pot zichtbaar moeten zijn.
Een steel of knop was, gezien de vorm van de pot echter nogal onwaarschijnlijk. Uiteindelijk bleek dat de hals van de pot was ingekort, waarmee dus ook de bovenste aanzet van een verticaal oor was verdwenen. Van oorsprong geen pot, maar een kan of kruik met één vertikaal oor en gebruikt voor water of andere dranken.
Eenvoudig standaard keukengerei. Opvallend is daarbij de bolle bodem en de zware gedraaide standring. De kan is van binnen geheel bekleed met loodglazuur, en van buiten alleen de bovenste 10 cm.
Een complete kan uit Goedereede1 kan als voorbeeld dienen voor de vorm. De tekening van deze kan is als voorbeeld geplaatst in het midden van bovenstaande figuur.
Een opvallend detail van de Andelse kan is een applique in de vorm van een simpel en vrij grof rozetje, mogelijk een pottenbakkersmerk. Dergelijke merken zijn ook bekend van een oudere 'Keulse Pot" gevonden in Zaltbommel.
Verder vertoont de aanzet van het oor op de pot drie vrij diepe vingerstrepen, misschien vergelijkbaar met de klaverbladaanzet van 14e - 15e eeuwse potten van grijs gedraaid aardewerk.

Recycling. Een reconstructie.
Het tweede leven van de kan begint vermoedelijk wanneer een deel van de standring door stoten afbreekt. De scherpe rand wordt door vijlen afgerond, maar de kan kan niet meer staan.
De kan krijgt een andere functie. Hij wordt ingegraven in de grond, maar eerst wordt het oor en de bovenkant van de hals verwijderd.
Dat kan twee redenen hebben.
1) de pot wordt minder hoog en is makkelijker in te graven
2) de opening van de pot wordt daardoor wijder en makkelijker toegankelijk.
Tot zover zal het redelijk kloppen, maar de vraag blijft met welk doel men deze 'pot' ingroef, en wel onder/naast de haardplaats?
Er zijn tenminste 2 gangbare toepassingen van ingegraven potten.
De eerste: men maakte zo een 'geheime' bergruimte voor kostbaarheden, onder één van de vloerplavuizen.
De tweede mogelijkheid is de functie van aspot waarin aan het eind van de avond de nog gloeiende kooltjes werden geveegd, en eventueel werden gedoofd met water.

De plaats, onder of naast de haardplaats pleit voor een aspot, maar de nog steeds betrekkelijk kleine opening van 12 cm, maakt het niet eenvoudig deze leeg te scheppen.

Noot:1. Een kan vergelijkbaar met vondst H&A0500009 is afgebeeld in: Olivier S., 1994: Bodemvondsten uit Goeree-Overflakkee: 25 jaar archeologisch en historisch onderzoek door de Motte, pag133, afb.1-2. Een tekening van deze afbeelding is ter vergelijking weergegeven in bovenstaande figuur.